
Als we aan WO (wereldoriëntatie) gaan werken, merk ik hoe ontzettend betrokken de kinderen in mijn stamgroep zijn. Ze doen actief mee, zuigen alles wat ze leren op als een spons en zijn intrinsiek gemotiveerd. Dit is mooi om te zien en geeft weer veel energie om de volgende voorbereiding van WO krachtig neer te zetten.
We bereiden de projecten van WO op dit moment voor volgens de Fiets van Jansen. Echter is de vraag of deze manier van werken nog steeds passend is binnen het huidige jenaplanonderwijs, waarbij de benaming ‘stamgroepwerk’ meer passend is. Tijdens stamgroepwerk wordt eraan de kerndoelen gewerkt en met andere kinderen in de stamgroep samen geleerd aan de hand van de vier basisactiviteiten: spel, werk, gesprek en viering. Er wordt ingespeeld op vragen en interesse vanuit kinderen, onderwijs krijgt betekenis.
Tijdens het werken in de ochtend voelt het nu alsof we lesjes aan het afwerken zijn. Vaak doen de kinderen dit omdat het moet. Ze zijn zeker enthousiast om nieuwe dingen te leren, maar mijns inziens kan dit ook anders. Ook hier moet het kunnen dat de betrokkenheid en intrinsieke motivatie hoog zijn, omdat het onderwijs meer betekenis krijgt en dus functioneel wordt.
In mijn literatuuronderzoek heb ik me verdiept in het taalonderwijs. Mijn onderzoek wilde ik namelijk richten op het werken tijdens de blokperiode. Het taalonderwijs is een breed begrip, daarbij zijn verschillende visies op taalonderwijs bekeken en zijn de verschillende taaldomeinen uitgelicht. Om het onderzoek specifieker te maken is het taaldomein ‘stellen’ verder uitgewerkt. Daarbij is gekeken hoe wereldoriëntatie, zoals het nu op OJBS de Krullevaar genoemd wordt, in de blokperiode opgenomen kan worden. Aan het taaldomein stellen kan wereldoriëntatie goed verbonden worden.
Om de betrokkenheid en intrinsieke motivatie te vergroten bij kinderen is het van belang om betekenisvol schrijfonderwijs aan te bieden. In het actieplan is ervoor gekozen om met de kinderen een verslag te schrijven voor in een museum. Aan het schrijven van het verslag werden eisen gesteld. Zo werd ervoor gekozen om de kladversie na te kijken aan de hand van een nakijkcode. Op deze wijze reflecteren de kinderen op hun tekst en zijn ze kritisch op het schrijven van een eigen tekst, er ontstaat een positieve spellingsattitude.
Uit de resultaten is gebleken dat de betrokkenheid en intrinsieke motivatie bij het schrijven van een verslag ontzettend hoog was. Doordat kinderen ontzettend veel willen weten en leren bij de kennisoverdracht van de lessen wereldoriëntatie, kunnen ze ook veel en goed beschrijven wat ze geleerd hebben. Daarbij is duidelijk aandacht geweest voor goed schrijfonderwijs. Goed schrijfonderwijs hebben we proberen aan te bieden doorgebruik te maken van de verschillende stappen binnen het schrijfonderwijs en het nakijken aan de hand van een nakijkcode. Zichtbaar was dat kinderen veel bewuster bezig zijn met het netjes schrijven en letten op de spelling van woorden. De kinderen in mijn stamgroep zijn nu veel bewuster bezig met het schrijven van een kladversie, er wordt met elkaar overlegd hoe woorden geschreven moeten worden en er wordt naslagwerk gedaan bij bijvoorbeeld weetwoorden. Ik kan stellen dat de uitvoering van dit plan het schrijfonderwijs en spellingonderwijs een enorme boost heeft gegeven.
Meer weten? Jenaplan is leren van en met elkaar: ga gerust via mail met de auteur in gesprek!