Het goud ligt voor het oprapen, voor de goede verbinder

Tien manieren om het schooljaar fris te beginnen

Hoe gaan we het dit jaar doen? Pedagoog Bas ter Avest is niet zo van de strategische PAP’s en POP’s. Voor hem zijn de Gouden Weken er om stil te staan bij het doel, maar vooral ook bij de bedoeling van je organisatie. Hij stelde tien prikkelende manieren op voor de start met je schoolteam – in contact met jezelf, je team en de kinderen.
Door Bas ter Avest

Mensenkinderen Prikbordartikel. Af en toe plukken we uit ons rijke archief een artikel dat opnieuw actueel is. Deze keer tien handreikingen die Bas ter Avest deed om het schooljaar ook als team met frisse moed te beginnen. Niet via een TeamActiePlan of een PersoonlijkOntwikkelingsPlan, maar persoonlijker, doortastend, met ruimte voor creativiteit en verwondering. Dit artikel werd gepubliceerd in het themanummer ‘Zelfsturing’ (jaargang 34, nummer 162, september 2018).

Na de zomervakantie starten veel scholen met een studiedag en worden er teamactieplannen en persoonlijke ontwikkelplannen opgesteld. Hoe gaan we het dit jaar doen? De eerste weken zijn ‘Gouden Weken’ om dit soort vragen met elkaar te bespreken. Juist na een lange periode waarin een schoolteam even op ‘stil’ heeft gestaan kan het fijn zijn om afspraken te maken en gezamenlijke ambities te formuleren.

Toch, ik word vaak een beetje ongemakkelijk van die PAP’s, POP’s en TAP’s. Ik weet nooit zo goed waar ik ze vandaan moet toveren, die doelen voor mezelf of voor m’n team. Het gevolg daarvan is dat ik maanden later, tijdens een overleg of functioneringsgesprek wat onhandig heen en weer schuif op m’n stoel als ik geconfronteerd word met een door mijzelf geformuleerd doel dat me opeens wezensvreemd voor komt. Ik heb daarom tien manieren bedacht om op een betekenisvolle manier doelen te stellen en ambities te formuleren. Prikkelende activiteiten om het jaar op een doelgerichte manier te starten: in contact met jezelf, je team en de kinderen.

1. Vakantiefoto: houd je ‘vakantie-ik’ vast

Iedereen neemt een vakantiefoto mee. Vertel of schrijf aan de hand van die foto over jezelf. Wie was jij tijdens die vakantie en wat was er daar anders aan jou dan op je werk? Hoe zou je die ‘vakantie-ik’ in je werk kunnen inzetten? Waar zou de school dan van profiteren? Geef de foto een goede plek, zodat je er regelmatig aan herinnerd wordt.

2. Stel je krijgt een 10…

Stel je eens voor dat je als team een 10 krijgt. Waar zou je die tien voor willen krijgen? Wat zou jullie werkelijk trots maken? Wat moeten jullie doen om die tien te krijgen? Probeer het zo concreet mogelijk te beschrijven. Hoe ziet het eruit? Hoe klinkt het? Wie doet wat? Wat betekent het voor de kinderen? Hoe zien die lessen er dan uit?

3. Speech: schrijf alvast je eindejaarsspeech

Stel, het is juni volgend jaar en je blikt in een speech aan het team terug op het afgelopen schooljaar. Waar kijk je met voldoening op terug? Wat hebben jullie dit schooljaar bereikt? Wat geeft je een voldaan gevoel? Waar ben je trots op? Wat is gelukt? Schrijf het op in een speech en deel die met elkaar. Welke overeenkomsten zijn er? Wat streven jullie allemaal na? Spreek met elkaar af wanneer jullie de speech opnieuw gaan lezen.

4. Dagboekfragment: schrijf vanuit het perspectief van een leerling

Een oefening om schoolambities te vertalen naar de praktijk van alledag. Schrijf een fictief dagboekfragment van een leerling in je klas. Hoe zou je willen dat kinderen de dag ervaren? En een specifieke les? Probeer het zo filmisch mogelijk te beschrijven. Je kan inzoomen op een schoolspecifiek thema, spreek dat met elkaar af. Het is interessant om de dagboekfragmenten te delen met je teamleden. Welke overeenkomsten en verschillen destilleer je? Wat kan je zeggen over een gedeelde pedagogiek en didactiek? Wat kan je zeggen als je het dagboekfragment over een paar maanden nog eens leest? Wat lukt goed en wat verdient nog aandacht?

5. Babystapjes: knip je ambities op in tussendoelen

Leuk, al die ambities en doelen. Maar wat is haalbaar en op welke termijn? Het gevaar van het formuleren van doelen en ambities is dat we aan onszelf voorbij lopen. Goed werk heeft tijd nodig.  Bovendien is het fijn en motiverend om tussentijds resultaten te kunnen vieren. Knip daarom gestelde ambities op in babystapjes, waarvan je overtuigd bent dat ze haalbaar zijn. Maak er een leerlijn van, zoals je ook met kinderen doet. Welke tussenstappen kunnen jullie bedenken die leiden tot het einddoel?

6. Uitspreken, afspreken, aanspreken

Een goede samenwerking vraagt om een regelmatige onderhoudsaanpak: momenten waarop het teamfunctioneren expliciete aandacht krijgt. Een oefening die daarbij kan helpen is de volgende: maak samen drie posters waarop je het volgende zichtbaar maakt:

  • uitspreken: wat verwacht je van elkaar? Hoe ziet dat professionele gedrag eruit? Hoe klinkt het? Beschrijf het zo concreet mogelijk.
  • afspreken: welke gezamenlijke afspraken kunnen jullie formuleren waar iedereen zich dit jaar aan gaat houden
  • aanspreken: plan feedbackmomenten in, waarop je elkaar kan en mag aanspreken op de gemaakte afspraken.

Wanneer de posters een zichtbare plek in de school krijgen kan dat helpen als reminder. Dit idee is gebaseerd op een uitspraak van Jan Heijmans: uitspreken, afspreken, aanspreken.

7. Spannend: nodig een collega uit bij iets waar je tegenop ziet

Waar zie je stiekem een beetje tegenop? Wat lijkt je spannend? Wat voelt als je grootste uitdaging dit schooljaar? Tijdens welke activiteiten of lessen doe je het liefst toch even de deur dicht? Schrijf op een briefje om welke activiteiten, lessen of momenten het gaat. Doe de briefjes van alle teamleden in een grote pot. Durf je het aan om juist die lessen of activiteiten eens door een collega te laten bezoeken? Trek lootjes en maak een concrete afspraak voor een (les)bezoek. Bewaar de briefjes waarop je hebt beschreven wat je spannend vindt. Interessant om later terug te lezen en te bespreken of er iets is veranderd.

8. Fouten: leren van je cv van mislukkingen

Onlangs las ik een artikel over een sollicitant die een cv had gemaakt van mislukkingen in plaats van successen. Aan zijn mislukkingen viel immers het beste af te lezen wat hij had geleerd, was zijn gedachte. Kan je in plaats van doelen fouten formuleren? Welke fouten gun je jezelf om dit jaar te mogen maken? Welk risico wil je gaan lopen? Welke fouten zouden een geweldige overwinning voor je zijn? Wat zou je daarvan leren? Bespreek met elkaar welke fouten je mag maken. Wat is de speelruimte? Welke risico’s mag je nemen?

9. De kunst van het laten: wat ga je níet doen?

Ja, er moet veel. Maar wat moet er eigenlijk echt? Wat doen jullie wellicht al jaren zonder de vraag daarbij te stellen: doen we het goede en doen we dat op een goede manier? Wat levert het op voor het ontwikkelproces van kinderen? Wat kost het ons aan energie en tijd? Het is geen gek idee om bij de start van het schooljaar te inventariseren wat jullie minderwillen doen of waar je vanaf wilt. Wat gaan jullie dit jaar laten? Met welke tradities durven jullie te breken? Het werkt goed om deze oefening contemplatief te doen: eerst voor jezelf, opschrijven, daarna delen en inventariseren. Je kan de oefening doen met je team: wat gaan wij dit jaar minder doen of zelfs laten? Maar ook individueel: wat ga jij dit jaar laten? Naar een idee van Menno van Hasselt: moeten, willen, laten.

10. Welkom: ontvang je kinderen, verbind de start aan je ambities

Bedenk met elkaar, eventueel in kleine groepen, hoe jullie kinderen en ouders een ongelooflijk en onvergetelijk welkom gaan heten in het nieuwe schooljaar. Hoe kan je de start van het schooljaar verbinden aan je schoolambities? Hoe maken jullie aan kinderen en ouders zichtbaar waar jullie voor gaan? En niet vergeten: hoe ga jij jezelf elke dag enorm welkom heten? Mag je er zijn met alles wat je in je hebt? Ik hoop het. Fijn schooljaar!

Ten tijde van de originele publicatie van dit artikel was Bas ter Avest beleidsadviseur onderwijs en kwaliteit voor schoolbestuur DeBasisFluvuis in Arnhem. Sinds januari 2023 is hij Inspecteur primair onderwijs.

1 reactie

  • Mooi artikel en ik was het nog niet eerder tegen gekomen. Het maakt me nog eens bewust om schatten uit het verleden op te graven. Niet steeds zoeken naar innovatie, maar ook leren uit het verleden. De traditionele onderwijsvernieuwers als Peter Petersen, Maria Montessori, Celestin Freinet, Helen Parkhurst, Rudolf Steiner en verschillende anderen kunnen ons nog zoveel leren. Zeker als we kijken naar het huidige Nederlandse onderwijs.

Reageer op dit artikel

Direct contact met de redactie?

Geert Bors, hoofdredacteur Mensenkinderen: mensenkinderen@njpv.nl