Zomaar een ei in de kleuterkring en de verwondering gaat aan

Hoe juf Lida verwonderd raakt in haar eigen pedagogische situatie

Het lijkt zo alledaags: een ei. Maar niet voor niets noemde de schrijver-bioloog Tim Birkhead het vogelei ‘een wonder van volmaaktheid’. Dat kun je weer ervaren, als je een paar kuikens en een doosje eieren introduceert in je kleuterkring. Stamgroepleider Lida van Hienen bereidde de pedagogische situatie creatief voor, en liet wereldoriëntatie, taalverwerving, teloefeningen en beweging tot één geheel worden. Intussen raakte ze zelf stiekem ook weer helemaal begeesterd.
Door Lida van Hienen

Kip, kuiken, ei. Dat is het project waarover we momenteel werken. Al een weeklang gaan veel kleuters bij binnenkomst als eerste naar het verblijf van de kuikens, die we tijdelijk te leen hebben van de kinderboerderij. Daar lopen ze, over hun stro, graantjes pikkend. Daar gaat er weer eentje lekker liggen tegen een ander, in het schijnsel van de warmtelamp. Maar er is nog een kip: in de stamgroep zit kip Liesje fanatiek op een nestje eieren te broeden. Iedere dag is het weer een verrassing wat er nu weer uitgebroed zal zijn. Het begon met een eendenkuiken, daarna twee babykraaien, een krokodil en zelfs een dinosaurusje.

Alleen rondom het laatste ei blijft het stil. Er broeit nieuwsgierigheid, een tikkeltje onrust ook: wat zou er met dat ei aan de hand zijn? Waarom komt er niets uit? Waarom duurt het zo lang? Het is woensdagochtend en we kijken weer verwachtingsvol in het nest van Liesje. Helaas, haar ei is nog steeds niet uitgebroed.

O nee, Liesjes ei valt uit mijn hand!

Als ik het ei omhooghoud in de kring, laat ik het per ongeluk op de grond vallen… Oh-oh, nu zitten er allemaal barsten in… “Huh…?”, hoor ik opklinken bij een paar kinderen: dit klopt niet bij hun verwachting. Het gebarsten ei gaat de kring rond en iedereen wordt nu wel enorm nieuwsgierig naar de inhoud. Het is Chiro die de eischaal verder durft af te pellen. “Dit is een écht ei!”, roept hij opgewonden.

“Ah”, zeg ik, “en hoe heet zo’n ei dan?” “Een gebakken ei!”, roept Kay meteen enthousiast. “Huh…?” “Nee, een gekóókt ei!” antwoordt Pim na het zien van mijn vragende blik. “O…, maar als dit een gekookt ei is, wat is dan een gebakken ei?” Toevallig vangen onze neuzen een geurtje op dat in het lokaal hangt – een luchtje dat wel wat wegheeft van...? Vicky staat op om te kijken waar dat luchtje vandaan komt en ja hoor, in de huishoek staat een echte koekenpan met een echt gebakken ei op het fornuisje.

Ik pak een volle eierdoos van een tafeltje. “Zouden in dit doosje uit de winkel ook gebakken of gekookte eieren zitten?” “Nee!” “Zal ik er eentje open maken?” “Ja!” Inmiddels zit iedereen op het puntje van z’n stoel. “Juf, dat moet dan wel boven een bakje, want er komt allemaal los uit!”, waarschuwt Lot. “Los…?” En inderdaad, Lots inschatting klopt: dit ei is vloeibaar van binnen. Hoe heet dat ook alweer? “Een rauw ei.”

“Mag ik er ook een open maken?” “Ja hoor, ga maar proberen.” Chiro tikt fanatiek met het ei op de glazen schaal, breekt met twee handen het ei verder open en floep, alles glijdt langs de schaal af, op de tafel. Hij kijkt beteuterd, maar ik zeg dat dat helemaal niet erg is en samen vegen we het drabje van de tafel in de schaal.

We wiebelen en bubbelen, als eieren die in een pan beginnen te koken

“Zullen we de rest van de eieren bewaren? Misschien kunnen we die koken? Wat is daarvoor nodig?” “Een pan!” We leggen een voor een de eieren in de pan. “Oké. Is het zo goed?” “Nee, er moet ook water in!” Pim wil wel even de pan met water vullen. “Goed, en nu?” “Nu moet die op het vuur.” “Maar waarom dan?” “Dan wordt het water warm.” “O ja…, en dan wordt het toch heter en heter?” “Ja.” “En hoe noem je dat?” Neil antwoordt prompt: “Dat heet stomen!” “Stomen?” “Ja, dan gaan de eieren bewegen!”, verklaart Lot. “Huh…, hoe dan?” “Nou, dan komen er van die bubbeltjes in het water!” “O, en door de bubbeltjes gaan de eieren bewegen?” “Ja!” “Weet je ook hoe dat heet, als in het water bubbeltjes komen?” Elias veert overeind: “Een bubbelbad!”

Stiekem heb ik dat ene woordje voorgezegd: koken. Maar verder hebben de kinderen alles aan mij geleerd. Het enthousiasme spat ervan af. Niet veel later is het tijd voor een beweegmomentje. We spelen dat we eieren in de pan zijn. Nu het water nog koud is, staan we allemaal stil. Ho, de eerste bubbels stromen langs de eieren omhoog. We wiebelen en bubbelen mee. Op het moment dat het kookpunt wordt bereikt, bewegen we wel zes tellen lang (minuten, want zolang moet een ei koken). En daarna? Dan stomen we na, met wijde armbewegingen in de lucht.

Wat gaat de tijd snel als je samen zo in het moment bent. Pas de volgende dag hebben we tijd om de eieren te koken en mogen de kinderen om de beurt in de pan kijken. Proeven doen we ook, uiteraard. Nu is het tijd om ook eens naar een afbeelding te kijken van een binnenkant van een ei. We leren nog meer nieuwe woorden: eigeel dat noem je ook een dooier. In het ei zit ook een luchtkamertje en de schil, dat noem je een eischaal.

Weet jij wat hagelsnoeren in een ei doen?

Is het me gelukt jou als lezer te brengen bij de verwondering, ook al ken je het object waar mijn kleuters mee aan de slag gingen allang? Ben je weer even terug bij hoe het was om die enorm gretige nieuwsgierigheid te hebben bij al het nieuwe dat er iedere dag weer is in het leven van onze jongsten?

Al had ik de pedagogische situatie hier stevig voorbereid, ook mijn eigen verwondering kan zomaar weer aan schieten – misschien vooral bij zoiets schijnbaar alledaags als een ei. Want nu ik met mijn kinderen meekeek, ontdekte ik pas echt hoe dat luchtkamertje zich vult via de poriën in de schaal nadat het ei gelegd is. En dat een kuiken zo ligt met zijn snavel dat het een dag voor het zijn ei verlaat, het membraan van die luchtkamer openprikt, zodat het via de longen kan gaan ademen en zo de kracht krijgt om de eierschaal te breken.

O, en wist je dat de dooier op zijn plek gehouden wordt door twee hagelsnoeren? Als je een ei niet helemaal hard bakt, kun je die flubberige bandjes nog voelen in je mond. Vroeger dachten mensen dat dat zaadresten waren van een niet-goed bevrucht ei en oudere mensen willen ze nog wel eens verwijderen. Maar dat hoeft dus niet.

De verwondering gaat voorlopig niet meer weg. Het vogelei, wonder van volmaaktheid heet niet voor niets een boek dat vogelprofessor Tim Birkhead erover schreef. Waar ga ik mijn groep hierna weer mee verrassen? En, omgekeerd: waar verbazen zij mij morgen weer mee?

Lida van Hienen werkt in de onderbouw en heeft veel jenaplanervaring

Foto kip Liesje: Lida van Hienen
Foto kip op eieren: Alison Burrell, pexels
Foto blauwe eieren: pexels/pixabay

0 reacties

Reageer op dit artikel

Direct contact met de redactie?

Geert Bors, hoofdredacteur Mensenkinderen: mensenkinderen@njpv.nl