Jacques Vriens en het Democratiespel: ‘Groep acht aan de macht’

Op weg naar het Jenaplan-antwoord op burgerschap

Op 3 oktober verschijnt de langverwachte publicatie ‘Jenaplan en Burgerschap – De school als opvoedingsgemeenschap’ van Saxion en de NJPV. Als opmaat daarnaar trok Geert Bors ‘Groep acht aan de macht’ uit zijn kinderboekenkast. Daarin beschrijft Jacques Vriens een moeizame klas, waarin meester Mario de oplossing níet zoekt in het verkleinen van de speelruimte van de kinderen, maar in hen juist alle ruimte te geven: ze mogen voor een dag de macht overnemen.
Door Geert Bors

De school als opvoedingsgemeenschap: vanaf vrijdag 3 oktober is het boek ‘Jenaplan en Burgerschap’ gratis te downloaden via de NJPV-winkel. Het boek is een studie naar de burgerschapsopdracht aan onze scholen, bezien vanuit onze jenaplanidentiteit. In de weken daarna ontvangt elke school van de NJPV, via de regioleiders, een papieren exemplaar. Het papieren boek is vanaf dan ook te koop in de NJPV-winkel. Let ook op vervolgdata waarop burgerschap verder onder de aandacht gebracht wordt – in de podcast, workshops, op een studiedag en in artikelen. Houd de sociale media in de gaten.

Dat Jacques Vriens een schoolmeester geweest is, spreekt uit veel in zijn oeuvre. Niet alleen omdat zoveel boeken gaan over (bovenbouw)groepen, maar je merkt het ook in de detaillering van zijn verhalen. Neem Groep acht aan de macht uit 2009. Op het schutblad staat een chaotische tekening met daarop 23 figuurtjes. Meester Mario, zijn schoolleider Marie-Louise en 21 kinderen. De kinderen zijn bezig met het maken van posters en aan de woorden die erbij gekriebeld zijn door Annet Schaap, toen nog alleen gekend vanwege haar lekker losse tekenstijl, kun je zien dat er een verkiezingsstrijd op uitbarsten staat.

Wat zo typisch ‘leerkracht’ is aan Vriens’ vertelstijl, komt voort uit zijn kindbeeld: in de kleine 180 pagina’s dat het boek lang is, lukt het hem die krioelende kinderen allemaal als individuen ten tonele te voeren. Schrijvers met minder onderwijservaring zouden het misschien houden bij een kind of drie-vier, die ze zouden volgen in het verhaal. De rest zou zijn opgegaan in het decor van de klas. Vriens voorziet bijna de hele groep niet alleen van een naam, maar ook van een karakterschets, van hun rol in de dynamiek van de groep en soms van een gezinscontext, die extra verdieping geeft.

'Vriens voorziet bijna de hele groep niet alleen van een naam, maar ook van een karakterschets, van hun rol in de dynamiek van de groep en soms van een gezinscontext.'
 

Dat is passend voor een boek met als thema burgerschap: het gaat hier om het individu en de gemeenschap, over het leren kennen van je individuele vrijheid in relatie tot de groep, aan het ontwikkelen van je karakter juist door onenigheid en vooral ook wederzijdse hulpvaardigheid in het samenleven als gemeenschap. Is dat niet ook heel…? Inderdaad, Jenaplan was een inspiratie voor Vriens in zijn tijd als leerkracht en schoolleider, maar evenzeer hadden andere traditionele vernieuwers als Maria Montessori en Helen Parkhurst (Dalton) zijn interesse.

‘Normen en waarden’-discussie

Het burgerschapsthema dat Jacques Vriens halverwege de jaren 2000 oppakte voor Groep acht aan de macht, was ongetwijfeld niet toevallig gekozen. In de tijd dat hij het schreef, werd net de eerste wet rond de burgerschapsopdracht aan het funderend onderwijs geformuleerd. Weet je nog? Het was het decennium dat begon met de aanslagen van 9/11, die in Nederland gevolgd werden door de opkomst en de moord op politicus Pim Fortuyn en, twee jaar later, de moord op filmmaker, columnist en interviewer Theo van Gogh. In de maatschappelijke onrust van die jaren maakte de CDA-geleide regering zich bezorgd om de gedeelde ‘normen en waarden’ in Nederland en werd besloten om kinderen daar al actief kennis mee te laten maken. Zo kwam er een burgerschapsopdracht aan het funderend onderwijs.

Groep acht aan de macht is daarmee een markeringssteen, die ons er niet alleen op wijst hoe Nederland in politiek opzicht zeker niet minder verdeeld geraakt is, maar ook laat zien dat we ruim vijftien jaar later nog steeds stoeien om burgerschap goed vorm te geven in onze scholen. In 2021 werd de wettelijke burgerschapsopdracht aan onze scholen verduidelijkt en aangescherpt, en sinds een jaar of twee regent het herstelopdrachten, omdat het veel scholen niet goed genoeg lukt om burgerschap “doelgericht en samenhangend, met zicht op de ontwikkeling van de kinderen” neer te zetten. Aan antwoorden op het waarom, wat en hoe van burgerschap in de jenaplanschool willen we vanuit de NJPV en Saxion bijdragen met onze aanstaande publicatie, waarover vanaf 3 oktober veel meer. Nu naar de groep van Jacques Vriens’ meester Mario.

Chaos in de groep: als de kat van huis is…

Meester Mario had vorig jaar zo’n fijne klas, waar hij mee kon lezen en schrijven. Dit jaar wist hij tevoren al dat het lastiger zou worden: de combinatie van de 27 kinderen die nu zijn groep 8 vormen, stond al bekend als ingewikkeld en wat niet geholpen heeft was dat ze een moeizaam jaar hadden met steeds weer nieuwe invallers. Vooral als hij niet in het lokaal is, is er meteen heibel. Nu is meester Mario een ervaren, goedmoedige meester, maar foutloos is hij zeker niet: op de maandagochtend dat het boek begint, komt hij een kwartier te laat aanfietsen en hoort hij van conciërge Frits dat de kinderen het lokaal aan het verbouwen zijn. “Tem ze, flink afknijpen die hap”, luidt Frits’ aansporing.

'“Tem ze, flink afknijpen die hap”, luidt de aansporing van conciërge Frits.'
 

Bovengekomen overziet meester Mario een chaos van tikkertje spelende kinderen, Bella en Chantal die ruzie hebben, Ruben en Ronnie die het digibord aangekregen hebben en er een spotprent van ‘Wouter, de sloomste jongen van de klas’ op getekend hebben, er klinkt muziek en een paar kinderen dansen – Karst zelfs op tafel. Er wordt gegeind en geduwd, paardjegereden op elkaars rug door Tom en Akram. Job heeft zich afgesloten en leest een boek en Nienke komt meester waarschuwen… zo gaat Mario’s blik vluchtig langs alle kinderen. Hij wordt boos en moet zelf bijna schreeuwen om boven de herrie uit te komen.

“Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel”, stelt even later Bastiaan, die altijd wel een spreekwoord bij de hand heeft. Op intuïtie plopt er een idee in meester Mario’s hoofd op. Kringgesprekken, donderpreken, straf en dreigementen heeft hij allemaal al geprobeerd. Nu zegt hij plompverloren: “Jullie moeten leren dat je ook zonder kat kunt. Daarom mogen jullie vanmiddag een uur lang helemaal zelf verzinnen wat je gaat doen. Ik trek me terug in de leeshoek en jullie regelen het zelf maar.” Even is het nog onrustig, dan gaat iedereen aan het werk. Mario verbaast zich over de rust, hij bemerkt de grote verwachting die hij geschept heeft en vraagt zich af hoe hij dat ‘uurtje alles zelf regelen’ moet gaan invullen.

Heftige dagen

Wat meester Mario verzonnen heeft, noemt hij ‘het democratiespel’ – het is een spel dat Jacques Vriens ook bijna ieder jaar speelde met zijn klas, zo schrijft hij achter in het boek. Als hij eerder probeerde een en ander over verkiezingen, de Eerste en Tweede Kamer, de regering, de oppositie uit te leggen, merkte hij dat zijn groep binnen tien minuten was afgehaakt, vertelde Vriens erover aan dagblad Trouw in 2009: “Toen dacht ik: we gaan het gewoon met de hele groep dóen”. Makkelijk was dat zeker niet. Vriens spreekt van “heftige dagen”, maar in de nagesprekken bleek altijd dat de kinderen veel geleerd hadden van het doorleven van de cyclus van partijen oprichten, een ‘regeringsplan’ voor de zelf te leiden dag opstellen, stemmen winnen en dan daarna: het ook echt te doen, inclusief niemand buitensluiten, rekening houden met andere meningen en wensen. In het Trouw-interview zegt Vriens dat, wanneer hij anno 2009 scholen bezoekt, hij het groepsgevoel vaak mist. Met te veel nadruk op de individuele talenten van het kind, wordt school al snel “eigen-geluk-eerst”: “Dat het kind ook verantwoordelijk is voor het functioneren van de groep is op de achtergrond geraakt.”

'In Trouw zegt Vriens dat, wanneer hij anno 2009 scholen bezoekt, hij het groepsgevoel vaak mist. Met te veel nadruk op de individuele talenten van het kind, wordt school al snel “eigen-geluk-eerst”.'
 

Die ‘heftige dagen’ maakt meester Mario ook mee: groep acht staat bijna ieder hoofdstuk wel op het punt te ontsporen. Al in de campagnetijd waar partijen gevormd worden, spelen stiekeme verliefdheden, vriendschappen, ambitie en afgunst, wel of geen zin hebben om serieus mee te doen allemaal een rol. De dreigende vechtscheiding tussen de ouders van Annelies maakt het voor meester Mario niet makkelijker en wat de lezer wél te zien krijgt, maar Mario en de groep niet, is dat de Ruben veel meer spanning heeft dan hij eerder had. In eerdere jaren was hij de stoere jongen, maar wel aardig. Nu is hij vaak gemeen. Het heeft te maken met het voorlopige advies dat hij eind groep 7 gekregen heeft: vmbo. Zijn vader is daar boos over. Hij wil dat Ruben zijn tuincentrum overneemt en meent dat Ruben daarvoor naar de havo moet. Ruben komt weer iets dichter bij zijn vader door mee te gaan doen met zijn populistische gemopper op migranten. Zijn vader, die het democratiespel eerst tijdverspilling vindt, krijgt het idee dat Ruben zijn meester kan laten zien dat hij veel meer kan als hij de verkiezingen wint en zijn leiderschapskwaliteiten toont. Dat voert de druk voor Ruben alleen maar op, om goedschiks of kwaadschiks Minister-President te worden.

Democratie: je moet wel uit je doppen kijken

Met alle kinderen, alle karakters die langskomen, alle dynamieken in de groep, komen veel van de fenomenen die zich ook in de echte democratie voordoen langs. Van zwevende kiezers tot coalitievorming, van ‘moties van wantrouwen’ tot vroegwijze Toms opmerkingen over hoe de meerderheidspartij in een democratie ook rekening moet houden met de stem van de minderheid. Bastiaan, de jongen van de spreekwoorden, heeft ook een mooie rol: hij wordt de journalist die de dagelijkse verkiezingskrant maakt en zich hard maakt voor de persvrijheid. Ruben wint uiteindelijk de verkiezingen en probeert een coalitie aan te gaan met twee splinterpartijtjes, die al snel uitstappen. Maar de schooldag die georganiseerd wordt door de coalitie die ontstaat wanneer er om Rubens partij heengewerkt wordt, kent ook zijn onvolkomenheden wat leidt tot ontevredenheid in de groep – ondanks de verbindende kwaliteiten van Minister-President Loeka.

In de marges staan schooldirecteur Marie-Louise en een paar andere teamleden zijn steeds weer klaar met hun sceptische blik om meester Mario’s roekeloze experiment af te schieten (behalve wanneer Marie-Louise er mooie sier mee kan maken als ze nieuwe ouders rondleidt en de groep geëngageerd posters maakt). Als het Ruben lukt om de macht over te nemen en hij zich al snel als een machtspoliticus ontpopt, onder andere door de controlerende klassenraad buiten spel te zetten, dreigt de situatie opnieuw en nu rigoureus te ontsporen.

'Als de rook is opgetrokken, vraagt de groep zich af wat er gebeurd is. De les van meester Mario: “Zien jullie nu hoe belangrijk het is dat je je afvraagt wat een partij eigenlijk wil?”'
 

Als de rook is opgetrokken, vraagt de groep zich af wat er gebeurd is. De les van meester Mario: “Zien jullie nu hoe belangrijk het is dat je je afvraagt wat een partij eigenlijk wil? We leven gelukkig in een vrij land waar je mag denken, doen en geloven wat je zelf wilt, maar natuurlijk zonder een ander pijn te doen. Daarom is democratie ook belangrijk. Je mag zelf kiezen wie ons regeert, maar je moet wel uit je doppen kijken.” Met de groep komt het goed. Met Ruben ook. Uitgerekend door Loeka, die eerder heel gemeen door hem behandeld is. Het blijft toch een kinderboek, maar de parallellen met het landschap van de ‘grote-mensen-politiek’ dringen zich op, hopelijk met een even opbeurende afloop.

Voor ProDemos maakte Jacques Vriens ook deze kinderkrant en een how-to van zijn Democratiespel, inclusief een uitleg. Daaruit, en van de omslag uit 2009, komen ook de afbeeldingen bij dit artikel, getekend door Annet Schaap. De Mensenkinderenredactie wenst je veel plezier met de start van de Kinderboekenweek, vanaf 1 oktober. Thema: ‘Vol avontuur’

3 reacties

  • Wat een fantastisch idee om het boek van Jacques Vriens als uit uitgangspunt en uitdaging te nemen om kinderen burgerschap actief te leren ervaren ... en zo onze democratie te blijven omarmen!
    Geweldig!
  • Dit artikel is een voor mij gekoesterde herinnering aan Groep acht aan de macht en tevens een briljant idee om het over democratie te hebben. Fijn stuk om te lezen. Met veel dank
  • Merci. Ik ben ook benieuwd wat je van de publicatie "Jenaplan en Burgerschap" gaat vinden, Rikie. Zin om te lezen? Daarin grijpen we eerder naar de de stamgroepvergadering op basis van de spelregels van de KlasseBox en een gezamenlijk beheerd groepsbudget - een laagdrempeligere maar niet minder impactvolle manier om het te hebben over de groep als gemeenschap en ieders rol daarin. Grtz, Geert

Reageer op dit artikel