Iedere woensdag en donderdag fiets ik langs zijn huis in Molenhoek op weg naar en terug van mijn werk. Een prachtige tuin die om het hoekhuis heenloopt met veel totdat zijn volkeren ziek werden en hij uiteindelijk de hobby beëindigde. Dit vertelde hij mij in diezelfde tuin, ik denk nu een jaar geleden. Hij had wat boeken over (jenaplan)onderwijs over. Hij zocht er een goede bestemming voor en dat, vond hij, was ik.
Een kroon van ijsblokjes
Gerrit heeft mij per ongeluk het Land van Jenaplan ingeloodst. Als directeur van de Nijmeegse basisschool De Open Kring (inmiddels De Sterrendans) deed hij zijn intrede toen ik in het derde leerjaar zat. Op een middag, tijdens de viering, werd de koelkast binnengereden waar onze schoolmelk in bewaard werd. “Nou, kinderen, wat we nu in onze koelkast vinden!”, zeiden onze hoogst verbaasde stamgroepleiders. En toen stapte Gerrit eruit, getooid met een kroon van ‘ijsblokjes’ van piepschuim op zijn hoofd.
Ik vond hem immens groot, met een indrukkwekkende rode baard en nog rodere zakdoek, die af en toe uit z’n zak kwam om een verhit voorhoofd af te vegen. Hoewel onder de indruk van zijn gestalte was Gerrit voor mij heel makkelijk benaderbaar, ook als kind. Ik had niet zo vaak met hem te maken, zag hem met vieringen of als hij wel eens inviel in een bovenbouwklas. Toch was hij aanwezig: onder zijn leiding werd mijn basisschooltijd een hele fijne.
Hij regelde voor de school een drukpers, waar we op z’n Freinets allemaal de tekst van de week mochten drukken. Met Sinterklaas stond ooit een heel groot cadeau op het grasveld, er bleek een piet in te zitten. Ik vond dat allemaal fantastisch. Toen we nieuwe zonneschermen kregen hebben we die versierd met zelfgemaakte zonnebloemen en werden ze officieel in gebruik genomen onder het zingen van ons schoollied op de melodie van ‘de uil zat in de olmen'. Het refrein ‘Kom zing’ (echo door de bovenbouw 'Kom zing') ‘in onze open kring.’ Klinkt zo nog in mijn hoofd. Door te vieren dat we zonneschermen kregen, werden deze belangrijk, iets om zuinig op te zijn. Een onderdeel van ónze (en dus ook mijn) school.
Verwondering als sleutelwoord
Later ontmoette ik Gerrit weer bij de jenplanopleiding waar hij bepaalde modules gaf. Ik weet echt niet meer welke modules het waren, maar herinner me hoe fijn hij kon vertellen over het concept en de vraagstukken die daarbij naar voren komen. Heel goed voor de geest staat me ook een moment waarop hij geëmotioneerd vertelde over een tragisch voorval uit zijn loopbaan. In de stad waar hij toen werkte waren grachten. Met de kinderen was er een actie op touw gezet om die grachten schoon te maken. Na schooltijd gingen een paar kinderen hier op eigen gelegenheid mee door, toen er een kind inviel en verdronk. De manier waarop hij dit met ons besprak maakte diepe indruk. De eerlijkheid, de pijn die het voorval nog altijd deed, legde hij zonder drama bij ons neer.
Op jenaplanconferenties bleef ik Gerrit regelmatig tegenkomen. Eén jaar troffen we elkaar in het café in Papendal. Onze ontmoeting ontaarde in een absurdistisch standbeeldtheaterachtig moment. Hierbij namen we, ik weet niet meer hoe lang, steeds om de beurt een houding aan waarin we 'bevroren'. De ander reageerde daarop door ook een houding aan te nemen, waarop de eerste weer een nieuwe houding aannam en dat ging zo een tijdlang door. Het ontstond, zonder overleggen, daar ter plaatse. Wellicht komt dit wat vervreemdend over en dat was het ook, en daarom zo geweldig.
Verwondering is, denk ik, een sleutelwoord. Als ik denk aan de vieringen op de basisschool, aan de toon, het ritme, de beeldtaal waarmee hij me kon boeien met zijn verhalen. Verwondering zet aan tot nieuwsgierigheid, tot ontdekken. Verwondering zet je zintuigen op scherp en maakt je ontvankelijk voor het onverwachte.
Een onbewuste rode draad door mijn leven
Nu is Gerrit dood. Ik realiseer mij dat ik hem mis. Dat is apart, want we zagen elkaar eigenlijk zelden. Gerrit vormde een onbewuste rode draad door mijn leven. Die, nu hij eindigt, door mij pas echt opgemerkt wordt. Eigenlijk is hij medeverantwoordelijk voor mijn fundament en daarmee voor de plek waar ik nu sta. Hij heeft veel invloed gehad op mijn denken over onderwijs en kinderen. Die zaadjes heeft hij gepland in mijn (en zijn) basisschooltijd én op de pabo met de jenaplanopleiding.
Vorig jaar, in zijn tuin, vroeg hij mij waarom ik niet lekker naar Boxmeer ging fietsen. Van mijn huis in Nijmegen naar mijn school is het een goede 22 kilometer. Nu inmiddels ruim een jaar verder pluk ik daar tweemaal per week de vruchten van en geniet ik steeds even van zijn tuin met alle bloemen op de hoek in Molenhoek.
Mensenkinderen-redacteur Kees Groos is behalve stamgroepleider ook adjunct-directeur op basisschool De Canadas in Boxmeer. Op de foto's: Kees (bril, stippenshirt) met Sander Thoonen als cabaretact 'Toneeltje' op de NJPV-conferentie 2018.
2 reacties