De redactie stelt zich voor, aan de hand van wat we lazen en luisterden

Aanraders voor bij de kerstboom en in de stamgroep

Wat las jij dit jaar? Wat is jouw ultieme tip? En vertelt wát je las iets over wíe je bent? Die vragen stelden alle Mensenkinderenredacteuren zichzelf. Het mocht alles zijn: een klassieker om met dat warme gevoel van toen te herlezen. Of juist een fonkelnieuw verhaal dat midden in het ‘nu’ van onze kinderen staat. Een aanrader voor in de stamgroep. Of juist een ‘grote-mensen’-boek, om je mee terug te trekken na alle familiefeesten. En vooruit, we tippen ook een podcast.
Door Geert Bors, Remko Fijbes, Kees Groos, Judith Knapp, Hilde Paulsen, Wout Pentinga

Hilde weet nog wat ze droeg op haar negende verjaardag. Maar vooral hoe levensveranderend het boek was dat ze kreeg. Dat gevoel was er weer bij het recente Al het blauw van de hemel:


Voor mijn negende verjaardag kreeg ik een cadeau dat mijn wereld veranderde: een boek. Het was dezelfde verjaardag waarop ik in een jurk met petticoat en lakschoentjes straalde – een beeld dat in mijn geheugen gegrift staat. Maar het boek, dat was anders dan alles wat ik tot dan toe had gelezen. Het formaat, de dikte, de vormgeving – zelfs de inhoud – weken af van mijn gebruikelijke leesvoer. Het boek was geïllustreerd met belangrijke tekeningetjes die het verhaal verrijkten. Een soort vroege versie van Leven van een loser, maar dan uit de jaren ’80. 

Ik verslond het verhaal van Deesje, van Joke van Leeuwen (1986). Een meisje dat bij haar halftante gaat logeren en onderweg naar de grote stad een bonte verzameling vreemde mensen ontmoet. Deesje was een denker, vol overpeinzingen, twijfels en afwegingen, maar ook moedig en vol verrassende inzichten. Haar grote hart en frisse blik op de wereld maakten haar onweerstaanbaar. Ik wilde Deesje zijn. Haar avonturen werden de mijne, keer op keer, in mijn fantasie en in mijn spel. Tot op de dag van vandaag denk ik vaak aan dat boek terug. Geen enkel kinderboek wist me ooit hetzelfde gevoel te geven. 

Het herlezen van boeken is voor mij altijd een gewoonte geweest, ook als kind. Onlangs las ik Al het blauw van de hemel van Melissa da Costa (2024) en het voelde alsof ik weer dat meisje van negen was. Het is een verhaal dat je ziel raakt, zo mooi en intens dat woorden tekortschieten. Ik zou het tekortdoen door erover te vertellen. Dus mijn advies is simpel: koop het, leen het, lees het. Laat het je hart veroveren – net zoals Deesje dat ooit bij mij deed. / Hilde Paulsen


Kees leest met zijn duopartner beurtelings voor uit De jongen die van de wereld hield. Hoewel hij de helft dus steeds mist, grijpt het verhaal hem. Net als Het zoutpad. Beide zijn 't boeken over verbonden zijn in het hier en nu:
 

Mijn duopartner had het voorleesboek De jongen die van de wereld hield (Tjibbe Veldkamp 2023) gekozen, waaruit we dus om de beurt in onze helft van de week voorlezen. Ik mis steeds het stukje van haar helft en toch grijpt het verhaal me nu al vast.

Een jongen genaamd Adem is nog niet geboren, maar ziet als potentieel kind zijn ouders door een botsing op een brug voor het eerst contact maken. Adem snapt dat hij uit dit stel geboren kan worden. En daar dreigt het mis te gaan. Adem krijgt een voorschot op zijn leven om zijn ouders alsnog bij elkaar te brengen. Vanaf het eerste moment houdt Adem van de wereld en het leven. Hij verbindt zich onmiddellijk met alle prachtige kanten van het bestaan en kan zich als kind-dat-gaat-komen verwonderen om alledaagse dingen. De vraag is of hij voor de zandloper leeg is, zijn leven kan hebben veiliggesteld.

Thuis las ik afgelopen tijd Het Zoutpad. Het is een verhaal over het leven van auteur Raynor Winn (2018). Zij verliest door een dramatische financiële ontwikkeling en bijbehorende (onterecht) verloren rechtszaak haar fijne huis op het platteland in Wales. Tot overmaat van ramp krijgt haar man Moth een diagnose van een ernstige zenuwziekte. Hun geschiedenis wordt van hun afgenomen, maar ook de toekomst is allerminst zeker.

Er blijft alleen het hier en nu over en hun liefde voor de natuur. Ze besluiten om het South-West-Coast trail in Cornwall te gaan lopen. Tegen advies van de dokter in en zonder duidelijk toekomstplan. Met rugzak, tentje en slaapzak in de buitenlucht in te hete weken en op te koude dagen. Wildkamperend met zijn tweeën met de ongerepte en soms ook gerepte natuur. De beschrijving van de uitzichten, de dieren en kliffen, zorgen dat je meegenomen wordt op deze reis en gaat houden van de prachtige omgeving waarin ze lopen. Je voelt je ook verbonden met het welzijn van Raynor en Moth. Hij lijkt door de grote fysieke inspanning in de buitenlucht wat van zijn oude kracht te hervinden.

Beide boeken gaan voor mij over verbinding. Het clichématige besef dat het leven niet vanzelfsprekend is in twee niet-clichématige boeken. En tot slot ook over de verbinding met je omgeving. Dat je onderdeel bent ván je omgeving, dat je deel uitmaakt van een groter geheel. En dat, wanneer dat besef ten diepste tot je doordringt, er niet veel meer belangrijk is dan het hier en nu, met je geliefden en de natuur om je heen. / Kees Groos

Geert vond zomaar in een minibieb een gloednieuw boek dat Petersens tijd voelbaar dichtbij brengt. En kreeg rillingen van het ongerijmde en van de ontroering door Films die nergens draaien:
 

In november ontmoette ik, na al acht jaar van fijne mailuitwisselingen, eindelijk Mensenkinderencorrector en jenaplangeheugen Dick Schermer. Hij gaf me een stapel boeken mee om van te watertanden. Onder andere de twee werken van Peter Petersen die ten grondslag liggen aan het hoofdwerk ‘Van didactiek naar onderwijspedagogiek’. Er zat ook een Duitse verzamelbundel bij, vertaald: ‘Pedagogiek van de medemenselijkheid’, waarin Theo Dietrich, die Petersen vaker ontmoette voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, verslag doet van zijn ervaringen met ‘de Rode Petersen’, zoals hij door conservatieve krachten in de Weimartijd genoemd werd. Rood, als in: sociaal- en gemeenschapsdenkend.

In dit jubeljaar van 100 jaar Jenaplan, waarin vijftien Nederlandse jenaplanners een reis maakten naar de geboortegrond van ons onderwijsconcept, werden zij opnieuw geconfronteerd met de ongemakkelijke nagalm van sommige stappen die Petersen in de nazitijd zette. Niet zozeer uit overtuiging, maar uit lijfsbehoud en om zijn school en de kinderen uit de wind te houden, zo analyseert Dietrich. Het is zo moeilijk om na te voelen hoe het is om te leven in een land dat in korte tijd overrompeld wordt door een totalitair regime. Het woord ‘totalitair’ zegt het al: de tirannieke druk was aanwezig in alle vezels van het Duitsland van toen. Voor dat navoelen schiet geschiedschrijving soms te kort. Waar je je dan toe kunt wenden is de romankunst. Alsof het zo moest zijn, trof ik deze zomer een prachtig vormgegeven, gloednieuw boek in een minibieb. Lichtspel heet het, van de Duitse auteur Daniel Kehlmann (2024).

Het gaat over de Oostenrijker G.W. Pabst, een filmregisseur die echt geleefd heeft en een generatiegenoot van Petersen was. In de Weimarjaren hield hij zich bezig met sociale onderwerpen als vrouwenrechten en klassenverschillen. Tijdens de machtsovername door Hitlers partij in 1933 vertrok hij naar Hollywood. Maar in 1938 ging hij terug naar het net-ingelijfde Oostenrijk. Waarom is nooit precies opgehelderd. “Familiezaken”, heeft hij erover gezegd.

In de roman wordt verteld hoe hij – de gevierde Duitstalige filmregisseur – slechts rotklussen krijgt in Amerika en hoe de zorgen om zijn zieke oude moeder hem, met zijn vrouw en zoon, doen terugkeren. Zijn intentie: een goed tehuis voor zijn moeder vinden en weer vertrekken. Maar de grens gaat hermetisch dicht en al snel probeert het propagandaministerie hem te paaien om films te maken voor het Rijk. Tegen beter weten in meent hij dat hij in de kunst vrij kan blijven van politieke smetten. Zeker aan degenen die mee waren op de Jenareis, zou ik zeggen: lees dat boek!

Laat ik het voor mijn kinderboekentip ook bij een boek over films houden: Films die nergens draaien, van Yorick Goldewijk (2021). In de eerste hoofdstukken dacht ik even dat ik in een uitleggerig boek terecht gekomen was, maar dat verdween meteen daarna. De diepe wens die iedereen wel eens zal voelen, om nog eens terug te gaan naar eerdere tijden, gaat in vervulling als Cato assistent wordt in een oude bioscoop, waar telkens een film draait voor één persoon – een persoon die is komen opdagen met een voorwerp van een specifiek moment uit zijn of haar verleden. Wat gebeurt er als je dat vreemde, koude, vloeibare filmdoek doorstapt? Een boek dat jou en je (bovenbouw)kinderen regelmatig de rilling van het mysterieuze zal geven, maar intussen diep, diep ontroerend wordt./ Geert Bors

Judith nam als stamgroepleider vaak haar eigen favoriete klassiekers mee de groep in. Als leesconsulent ziet ze dat het ook goed is dat kinderen hun eigen heden weerspiegeld zien in hun boeken:
 

Normaal gesproken ben ik zeker te vinden voor een vleugje nostalgie, een juweeltje uit de oude doos of een vergeten pareltje. Ik kan al wegdromen bij het zien van de kaft van een boek uit mijn eigen jeugd. Het gaat dikwijls gepaard met warme herinneringen en een fijn gevoel.

Toen ik werkzaam was in het onderwijs nam ik deze nostalgie dikwijls mee mijn klas in. Ik las eruit voor en orakelde over de schoonheid van de fantasierijke omschrijvingen. Mijn motivatie om destijds te doen wat ik deed, was eenvoudig: ik gunde mijn leerlingen nét zo’n mooie, fijne herinnering. Ik wilde dat ze net zo’n warm gevoel konden omarmen wanneer ze over een aantal jaren de kaft van een boek tegenkwamen.

Maar ik vergat dat dit míjn herinneringen waren, míjn nostalgie. En sinds ik als leesconsulent werk, begrijp ik steeds beter dat het vasthouden aan mijn nostalgie prima is, maar dat de leerlingen van nu behoefte hebben aan het ‘maken van eigen herinneringen’. Het is zoals KPZ-associate lector Taalstimulering Wenckje Jongstra vertelde tijdens het Pabo Congres ‘Ruim baan voor lezen’ afgelopen oktober: “Je leest je wereld in boeken.”

Als we willen dat onze kinderen met plezier een boek pakken, als we hun gunnen de mooiste verhalen tot zich te kunnen nemen, dan moeten we zorgen dat hún wereld in die boeken te vinden is. En dat kan. De boekenwereld staat niet stil. Er zijn zo veel nieuwe boeken die meer dan de moeite waard zijn. Talloze auteurs werken ongelooflijk hard werken om elke keer opnieuw de huidige wereld van onze kinderen en jongeren te vertalen in de meest uiteenlopende literatuur.

Zoekend naar die huidige wereld, stuitte ik op een bijzonder opvallende kaft. Ik nam het boek uit de rek en begon te bladeren. Bladeren werd lezen en stoppen bleek lastig in De lijst van Violet Sopjes, geschreven door David Vlietstra (2024). Wát een boek!

Violet voert met regelmaat gesprekken met haar therapeut. De reden hiervan wordt in het begin niet geheel duidelijk en maakt meteen dat je nieuwsgierigheid groeit. Violet besluit, in samenspraak met haar therapeut, om een speelafspraak te maken met alle kinderen uit haar klas. En zo ontstaat haar lijst. Een lijst van klasgenoten die Violet netjes op alfabetische volgorde noteert om hem ook op deze volgorde af te werken. Wanneer ze een afspraakje heeft gepland, zorgt ze voor een keurig verslag waarin ze vertelt wat ze allemaal heeft meegemaakt.

Als lezer merk je dat er twijfels en bijgedachten komen bij wat Violet je vertelt. Het is toch wel een… bijzondere manier van speelafspraken regelen en organiseren. De verslagjes van Violet lijken ook… steeds aparter te worden. Naarmate het verhaal vordert, begon ik behoefte te krijgen aan meer achtergrondinformatie. Daardoor gingen mijn eigen gedachten alle kanten op en betrapte ik mezelf erop dat ik Violet haast wílde categoriseren. Haar een diagnose uit het psychiatrisch handboek wílde geven.

David Vlietstra hield me met zijn Violet Sopjes een spiegel voor. Hoewel ik graag wil geloven dat ik zonder oordeel en vooroordeel door de wereld wandel, kwam ik er al lezend achter dat ik nog met de nodige verbeterpunten aan de slag kan. Maar behalve dat me deze lichte schaamte overviel, vond ik het boek juist daarom tegelijkertijd ontzettend mooi.

Violet mag er zijn. Mag haar eigen pad bewandelen. Haar eigen plan trekken. Zelfs (of misschien juíst) volwassenen nog veel kunnen leren wanneer ze kinder- en jeugdliteratuur blijven lezen. De Lijst van Violet Sopjes. Een absolute aanrader. / Judith Knapp

Remko had in zijn stamgroep een paar boeken die nooit stuk konden. Nou ja, bij de kinderen dan. Door het succes vallen ze inmiddels wel uit hun kaft. Hij heeft ook een paar recentere tips:
 

In mijn reeks ‘Opslaan als juweeltjes, de avonturen van een stamgroepleider’, past ook een moment waarin ik stil sta en nadenk over de boeken die ik voorgelezen heb. Het zijn er een behoorlijk aantal maar er springen voor mij eigenlijk twee titels uit.

De eerste is: De dieren van het Duitenbos, geschreven door Colin Dann (1982), vertaald uit het Engels (The Animals Of Farthing Wood) en geïllustreerd door de onovertroffen The Tjong Khing. De dieren van het Duitenbos verkeren in nood. Door droogte en de dreigende vernieling van het bos vanwege de bouw van een nieuwe woonwijk zijn de dieren gedwongen uit hun vertrouwde omgeving te vertrekken en hun heil te zoeken in een andere omgeving, ergens ver weg. Er zijn sterke aanwijzingen en geruchten dat het om een diervriendelijk en beschermd gebied gaat. De dieren van het Duitenbos sluiten een ‘monsterverbond’, een ‘niet-aanvals-niet-opvreet’-verdrag, om dit gebied te vinden.

Er volgen veel spannende avonturen en de dieren moeten veel ontberingen doorstaan. De boodschap uit dit avontuur is duidelijk en voor ons mensen in het huidige tijdsgewricht is het een signaal van hoop. Er zijn een aantal lagen in dit verhaal die heel goed passen in de problematiek van deze tijd. Samenwerking, opofferingen voor het grotere geheel, elkaars gewoonten en eigenschappen accepteren, het opzijzetten van eigen behoeften, het aanvaarden van leiderschap (Vos en Das zijn de leiders), doorzettingsvermogen en opoffering. Alles is aanwezig in dit geweldige verhaal. Rutger Bregman zou het ook eens moeten lezen: de meeste dieren deugen.

De tweede titel is Zeven dagen Zaterdag, geschreven door Paul Maar (1977) en uit het Duits vertaald. Paul Maar is een bekende Duitse kinderboekenauteur. Dit boek heb ik heel vaak en jarenlang voorgelezen. Letterlijk (echt waar) stukgelezen! Het gaat over een brutaal wezentje dat op een dag terechtkomt bij een conservatieve, onzelfstandige en bangig-flegmatieke kantoorklerk met een hospita. De kinderen in de stamgroep (4,5,6) vonden het elk jaar weer geweldig en konden niet wachten op het vervolg, de volgende dag, het volgende schooljaar. Eine Woche voller Samstage is lekker rebels en vol humor.

Veel indruk hebben dit jaar De wonderlijke reis van Zebedeus (1993) en Zebedeus en het ganzenbord van Wisse (2023) van Koos Meinderts op mij gemaakt. En voor mij, als volwassene, staat het boek Stoner van John Williams (herontdekt in 2006) op eenzame hoogte. / Remko Fijbes

Wout zet zich in de vakanties juist ‘uit’ op onderwijsgebied. Genieten van verhalen doet hij wel. Hij binge-luisterde naar El Tarangu, over een ontmoeting met een wielrenner die toch eigenlijk al zeven jaar dood was?
 

De vakanties zijn voor mij behoorlijk veranderd de afgelopen jaren. Mijn oudste dochter is vijf jaar en, niet geheel toevallig, in vijf jaar is mijn vrijetijdsindeling op de kop gegaan. Ik denk soms met weemoed terug aan de tijd met geen tot weinig verplichtingen in de vakanties. Met name de aanstaande kerstvakantie vond ik heerlijk: uitslapen, gezelligheid, lekker eten, gamen, filmpje kijken en lezen. En dan vooral Harry Potter lezen. Harry Potter begon ik te lezen toen ik vijftien was en sindsdien herlees ik elk jaar minstens één deel en het liefst de hele serie. Ik kan mij verliezen in de wereld die JK Rowling gecreëerd heeft. De personages, het kasteel, de avonturen en de geheimen – alles klopt en maakt het voor mij het perfecte verhaal.

Momenteel zit ik in een periode van mijn leven dat ik niet zo veel meer lees als ik zou willen. Het aanbod aan vermaak en verhalen is veel breder geworden door bijvoorbeeld alle streamingsdiensten of de games die je kunt spelen (Hogwarts bijvoorbeeld…). Voor je er erg in hebt ben je een Netflix-serie aan het verslinden of, en nu kom ik bij mijn tip, ‘binge-luister’ je een podcast.

De podcast El Tarangu (2019) gaat over de bekende wielrenner Jose Manuel Fuentes die op 50-jarige leeftijd komt te overlijden. Maar zeven jaar later zit deze Fuentes toch ineens tegenover zijn vroegere rivaal Lucien van Impe mosselen te eten. Het verhaal hierachter is bizar en intrigerend. De podcast zit ontzettend goed in elkaar en wordt gemaakt door audiocollectief SCHIK, dat ook de bekende podcast Bob heeft gemaakt. Er wordt mooi verteld en het sound-design is geweldig, je wordt in het verhaal gezogen. En zo kan je, ook al is het natuurlijk geen Harry Potter, jezelf helemaal verliezen in het verhaal. Veel luisterplezier en fijne dagen! Luister El Tarangu hier of in je favoriete podcastapp. / Wout Pentinga

Hiermee sluiten wij ons Mensenkinderenjaar af. Rust allemaal lekker uit, beste lezers. Neem de tijd voor jezelf en voor elkaar. Graag zien en horen we jullie weer in 2025!

De redactie,
Geert Bors, Hilde Paulsen, Judith Knapp, Kees Groos, Remko Fijbes en Wout Pentinga

2 reacties

  • In boeken kun je anderen werelden openslaan.
    In de huid kruipen van het andere geslacht, een vriend of vijand,
    maar ook van een kabouter, een dier of boom, ja zelfs een steen.
    Door te lezen schep je zelf eigen beelden op je netvlies,
    je fantasie slaat op hol, je gevoel voor humor geprikkeld of je emoties geraakt.
    De schrijver kan je opbeuren met een verhaal, wijsheid schenken of ideeën geven of juist troost bieden.
    Je kunt reizen in de tijd, de magie kan onbegrensd zijn, maar je kunt je ook bij de feiten houden en griezelig precies tot ver achter de komma of microscopisch gedetailleerd dan wel lichtjarenver kijken.

    Met boeken krijgt het leven nieuwe dimensies. Als je er oog voor hebt, liggen ze er voor het grijpen. ;0)
  • Wat is het mooiste dat jij dit jaar las, Peter? Wat greep jou het meest en zou je breder willen delen met alle jenaplanners? Er maar eentje uitpikken - of één voor grote lezers en één voor kinderen - is best een dilemma, hè?

Reageer op dit artikel

Direct contact met de redactie?

Geert Bors, hoofdredacteur Mensenkinderen: mensenkinderen@njpv.nl