 In de lente van 2024, in de maand dat Peter Petersen zijn oefenschool precies honderd jaar eerder opende, reisde een Nederlands-Vlaams gezelschap naar de geboortegrond van het Jenaplan. Daarover publiceerde Mensenkinderen eerder dit verslag. Het hoogtepunt van de reis, zo klonk het eensluidend, was een ontmoeting met drie oud-leerlingen, Ulli Wittich-Grosskurth, Renate Hoffmann en Peter Hoffmann. Alle drie deze inmiddels 90+ers herinnerden zich levendig de school en de persoon Peter Petersen.
In de lente van 2024, in de maand dat Peter Petersen zijn oefenschool precies honderd jaar eerder opende, reisde een Nederlands-Vlaams gezelschap naar de geboortegrond van het Jenaplan. Daarover publiceerde Mensenkinderen eerder dit verslag. Het hoogtepunt van de reis, zo klonk het eensluidend, was een ontmoeting met drie oud-leerlingen, Ulli Wittich-Grosskurth, Renate Hoffmann en Peter Hoffmann. Alle drie deze inmiddels 90+ers herinnerden zich levendig de school en de persoon Peter Petersen.
Het directe contact met de geschiedenis maakte diepe indruk. Cathelijne Dirkmaat: “Om te mogen zijn op die plek waar de allereerste school is opgericht. In de ruimtes te zijn die we allemaal van de prachtige oude foto’s kennen. En het gesprek met de oud-leerlingen ga ik van mijn leven niet meer vergeten.” Inge Willem: “Met de ganse groep bezochten we de universitaire oefenschool. Het legendarische gebouw huisvest momenteel een volkshogeschool, maar we konden de sfeer van de klaslokalen opsnuiven. Het belangrijkste van dat bezoek waren de oud-leerlingen. Drie krasse negentigers, die vertelden over hun wedervaren in de school.”
‘Ze bracht in drie minuten een alomvattende reflectie. Haar antwoord omvatte echt de essentie van Jenaplan’ - Inge Willem over oud-leerling Renate Hoffmann
 
“Een van de oud-leerlingen, Renate Hoffmann, kreeg de vraag wat ze van het Jenaplan had meegenomen in haar verdere leven”, vertelde Inge, “Ze bracht in drie minuten een alomvattende reflectie, waar ik heel erg aangedaan van was. Haar antwoord omvatte echt de essentie van Jenaplan. Ik besefte door haar betoog dat het concept nog steeds standhoudt in 2024.”
Op het YouTube-kanaal van de NJPV is een korte film van het interview met Renate en Peter Hoffmann geplaatst. Je kunt hem hieronder kijken. En daaronder vind je een vertaling van het interview en meer over hun bijzondere levensloop:
Renate Hoffmann: “Wij hadden het gevoel dat zij [de stamgroepleiders, GB] er echt voor ons waren. We leerden tolerant en hulpvaardig te zijn. En we leerden ook hóe je moet leren. Dat is iets dat van wezenlijk belang is, omdat het je in je verdere beroepsonderwijs en loopbaan meeneemt. Zo gold voor iemand die met zijn handen ging werken, dat hij hier beneden in de kelder [in de schoolwerkplaats, GB] al een voorbereiding gehad had van hoe het toegaat in een handvaardigheidsberoep. En degenen die gingen studeren hadden al geleerd hoe je met literatuur omgaat: ze hadden geleerd hoe je literatuur in een bibliotheek opzoekt en op welke manier je daarin selecties maakt.”
‘We leerden ook hóe je moet leren. Dat is van wezenlijk belang, omdat het je in je verdere beroepsonderwijs en loopbaan meeneemt.’ - Renate Hoffmann
 
“We leerden omgaan met vrijheid van meningsuiting. Ook leerden we hoe je een voordracht houdt voor een zaal. Dat heeft ons allemaal erg geholpen op ons verdere pad in het vervolgonderwijs. Ik had hiervoor op een gymnasium en een lyceum gezeten. Mijn [latere] schoonzus woonde met haar ouders in de buurt en sprak er altijd lyrisch over hoe fijn het bij haar op school was. En toen hebben mijn ouders ermee ingestemd dat ik ook naar deze school mocht. Ik zei al eerder: het was een complete verrassing, het was alsof de nacht opeens dag werd. Het was een fantastisch gevoel om in een gemeenschap te worden opgenomen. Het was het gevoel met plezier te mogen leren. En ik denk dat dat iets cruciaals is: dat je met plezier leert. Dat je nieuwsgierig bent, naar wat het nieuwe schooljaar brengt, naar wat de boeken je te vertellen hebben. Het was een prachtige ervaring die je kon hebben. Deze gretigheid naar kennis, deze nieuwsgierigheid, het plezier om nieuwe dingen te ontdekken – dat was iets dat helemaal nieuw voor me was.”
“Iedere leraar was ervan doordrongen dat elk kind bepaalde talenten heeft. Bij sommige kinderen werden die al vroeg ontdekt, zoals bij mijn schoonzus; bij andere kinderen wat later. De leraren kietelden het wakker en ze stimuleerden het verder. En het was zo voor mij – ik kan nou eenmaal alleen uit mijn eigen ervaring spreken – dat één leraar terloops en heel vroeg tegen me gezegd heeft: ‘Jij hebt de aanleg en de interesse voor zowel natuurwetenschappen als voor de geesteswetenschappen.’ Toen dacht ik ‘kletskoek’, want ik kon er nog niks mee. Maar later merkte ik: hij heeft gelijk. En ik ben die wegen ook ingeslagen. Dat is toch iets prachtigs, wanneer je door de school, door de pedagogische instelling van de leraren op het pad gebracht wordt dat ook al in je sluimert. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor gebleven."
 Peter Hoffmann: “Wat betreft de dingen die ik meegekregen heb, kan ik allereerst onderschrijven wat Renate gezegd heeft. Ik ging graag naar school. Het is belangrijk dat het onderwijs zich verder ontwikkelt, aangepast aan de moderne tijd, met computers enzovoorts. Voor mij was het belangrijk dat er geen cijfers gegeven werden, maar dat je ‘verslagen’ kreeg. Petersen onderscheidde het ‘subjectieve’ en ‘objectieve’ verslag. En die verslagen hielpen mij enorm. Ik hoef het niet precies te schetsen, maar ze waren voor mij altijd erg opbouwend. Ze vertelden hoe je zelf verder kon."
Peter Hoffmann: “Wat betreft de dingen die ik meegekregen heb, kan ik allereerst onderschrijven wat Renate gezegd heeft. Ik ging graag naar school. Het is belangrijk dat het onderwijs zich verder ontwikkelt, aangepast aan de moderne tijd, met computers enzovoorts. Voor mij was het belangrijk dat er geen cijfers gegeven werden, maar dat je ‘verslagen’ kreeg. Petersen onderscheidde het ‘subjectieve’ en ‘objectieve’ verslag. En die verslagen hielpen mij enorm. Ik hoef het niet precies te schetsen, maar ze waren voor mij altijd erg opbouwend. Ze vertelden hoe je zelf verder kon."
‘Nog iets bijzonders over de Petersen-leerlingen zelf: als wij samenkwamen, was er een gevoel van kameraadschap’ – Peter Hoffmann
 
"Nog iets bijzonders over de Petersen-leerlingen zelf: als wij samenkwamen, was er een gevoel van kameraadschap: ‘Wij zijn kinderen van de Petersenschool. Wij horen bij elkaar, voor altijd.’ Je kwam weleens anderen tegen, overal in Duitsland, en dan wist je: wij waren en zijn nog altijd één familie. En ja, wij drieën zijn nu de overblijfselen uit die tijd. Ik heb altijd graag getekend en geschilderd. Ook in mijn beroepsleven heb ik dat gedaan en ben mezelf blijven ontwikkelen. Nu is het mijn voornaamste bezigheid, mijn beroep.”
Renate Hoffmann: “We hebben een gezamenlijke bezigheid: ik schrijf de boeken en Peter maakt de illustraties. In 2024 is ons 21e boek uitgekomen en dat maakt ons heel gelukkig.”
 Renate en Peter stellen zich bescheiden op in het interview. Ze kunnen beiden terugkijken op een rijkgeschakeerd leven en een enerverende loopbaan. Renate Hoffmann is zowel gepromoveerd als dierenarts, als opgeleid als actrice. Beide vakken heeft ze beoefend: ze was dierenarts in Jena, Dresden en Berlijn. In de hoofdstad was ze ook toneelspeelster in het theater. Ze schreef daarnaast veel: naast reisverslagen, portretten, recensies en tv-scenario’s, schreef ze boeken, vaak voorzien van illustraties van Peter.
Renate en Peter stellen zich bescheiden op in het interview. Ze kunnen beiden terugkijken op een rijkgeschakeerd leven en een enerverende loopbaan. Renate Hoffmann is zowel gepromoveerd als dierenarts, als opgeleid als actrice. Beide vakken heeft ze beoefend: ze was dierenarts in Jena, Dresden en Berlijn. In de hoofdstad was ze ook toneelspeelster in het theater. Ze schreef daarnaast veel: naast reisverslagen, portretten, recensies en tv-scenario’s, schreef ze boeken, vaak voorzien van illustraties van Peter.
Peter Hoffmann is gepromoveerd werktuigbouwkundig ingenieur, werkte tot het eind van de DDR aan de universiteit en hield zich in de laatste jaren van zijn werkzame leven bezig met internationale ontwikkelingshulp. Sinds 1975 zijn zijn kunstwerken te zien geweest in solo- en groepstentoonstellingen. Hij houdt zich bezig met schilderen, grafische kunst, beeldhouwen, videokunst en illustraties.
1 reactie